afb. Ellie de Vries
Tegen een pijler van het Nicolaaskoor in de Sint-Jan, vlak naast de toegang tot de sacristie hangt een bijzonder monument. Een houten beeld van een vrouw in een klassieke tempeltoegang. Met enkele teksten. Vooral ‘DAS KINDERRETTENDE HOLLAND’ intrigeert. Wat is de geschiedenis van dit gedenkteken? Ons land kreeg bijna honderd jaar geleden bezoek van een aantal prominente katholieke geestelijken en burgers uit de 'Centrale Rijken', zo genoemd tijdens de Eerste Wereldoorlog: Oostenrijk, Hongarije en Duitsland. Waarom viel ’s-Hertogenbosch deze eer te beurt in 1924? GedenkboekHet Gedenkboek van het Nederlandsch R.K. Huisvestings-Comité te 's-Hertogenbosch verscheen in 1924. Met een 'volledig overzicht van de hulpacties die door deze organisatie werden ondernomen ten bate van de noodlijdenden in België, Duitschland, Oostenrijk, Hongarije en Nederland, gedurende de jaren 1914-1924'.Het bestuur van de Bossche afdeling werd gevormd door Mgr. A.F. Diepen, voorzitter, Mgr. C.C. Prinsen, waarnemend voorzitter, Jos. van Mackelenbergh, F.K.M. Noyons, J. Pastoor en Eug. Goulmy. De administratie zetelde op de Zuid-Willemsvaart 163. Daarin was tot 1917 het R.K. Gezellenhuis gevestigd, naast de voormalige Sint-Jacobsschool (165). 29 juli 1924 - 10.00 uurBisschop A.F. Diepen en het dagelijks bestuur van het Huisvestingscomité staan op het perron van het mooie oude station. Ze verwelkomen daar drie gezanten van eerdergenoemde buitenlandse mogendheden, twee kardinalen en enkele bisschoppen en hun secretarissen die de stad bezoeken, om te getuigen van hun dankbaarheid jegens de katholieke bevolking van Nederland. Duizenden Bosschenaren zijn toegestroomd in de straten waar de stoet van acht landauers met het hoog bezoek voorbij zal rijden, op weg naar het R.K. Gezellenhuis aan de Zuid-Willemsvaart. In de Sint Josephstraat staan honderden kinderen van de Aloysiusschool te juichen. Op het bureau aangekomen informeert de waarnemend voorzitter, pastoor C.C. Prinsen, de gasten over de omvang van de hulpacties. Over het kaartsysteem, de fondsenwerving, het vervoer van de kinderen, hun onderdak, de aanschaf van levensmiddelen, enz.11.00 uurHet gezelschap wordt de Sint-Janskathedraal binnengeleid: de Schola Cantorum zingt het ‘Ecce Sacerdos’ van Alph. Mosmans. De geestelijken worden ontvangen in de Sacramentskapel voor een gebed. De gezanten nemen plaats in de kanunnikenbanken. In het priesterkoor volgen de afsluitende plechtigheden. Als het volk - op verzoek - de kerk heeft verlaten, bezichtigen de gasten de kathedraal. Onderwijl bespeelt P. Kallenbach het orgel.Omstreeks 12.00 uur vertrekken de rijtuigen naar het stadhuis, waar het gemeentebestuur de gasten officieel ontvangt. Langs de straten naar het stadhuis staan duizenden kinderen met hun leerkrachten opgesteld, tot aan het stadhuis, met palmtakken en rozen in de hand. De stoet is als volgt samengesteld door de commissaris van politie, P. van Dam. De stoetIn het eerste rijtuig zit P. van Dam en in het tweede het bestuur van het huisvestingscomité. De pers komt aan het eind, in het achtste rijtuig. En daartussen alle hoogwaardigheidsbekleders.Kardinaal Piffl van Wenen; Dr. Duffek, gezant van Oostenrijk te 's-Gravenhage; Bisschop Diepen van ’s-Hertogenbosch; Kardinaal Bertram van Breslau; Baron Lucius von Stoedten, gezant van Duitsland in ’s-Gravenhage; Mgr. C.C. Prinsen. Dan volgt Dr. Ferdinand Rott, bisschop van Veszprem; Dr. Stephan Hannauer, bisschop van Vácz; Dr. Julius Glattfelder, bisschop van Csanad; baron von Forster, gezant van Hongarije in 's-Gravenhage. Dr. Straeter, wijbisschop van Aken, officieel vertegenwoordiger van kardinaal Schulte, aartsbisschop van Keulen; Dr. Johan Mészáros, vicaris-generaal in Boedapest, vertegenwoordiger van kardinaal Czernoch, vorst-primaat van Hongarije; Dr. Victor Horvath, wijbisschop van Colocza; graaf H. Wolff Metternich, Malthezerridder en gedelegeerde van het R.K. Huisvestingscomité te Wenen en Boedapest. Dr. Nikolaus Knebel, Hongaars priester en in ons land belast met de zielzorg van de Hongaarse kinderen; de priester Schulenburg, secretaris van kardinaal Piffl; Josef Kramer, priester en secretaris van kardinaal Bertram; de Hoogeerw. Heer Domkapitularis Lange te Breslau. Ontvangst ten stadhuizeHet bordes is fraai versierd. Binnen, in de raadzaal, spreekt burgemeester F.J. van Lanschot. Hij roemt het Huisvestingscomité, dat gesteund door talrijke vrijwilligers, de organisatie op zich nam om duizenden kinderen onderdak te verschaffen en voedseltransporten te verzorgen naar hongerende kinderen in Duitsland, Hongarije en Oostenrijk. Dan volgt een dankbetuiging van kardinaal Piffl voor deze Christelijke charitas, waarna het zangkoor het ‘Cantate Domino’ van Hasler ten gehore brengt. Inmiddels komt het Koninklijk Muziekkorps van de Kon. Nederl. Sigarenfabrieken van Goulmy en Baar aangemarcheerd. Op het bordes hebben alle prominenten plaatsgenomen en beluisteren achtereenvolgens het Wilhelmus en de Oostenrijkse, Duitse en Hongaarse volksliederen. Kinderen brengen eveneens hulde aan de hoge gasten en daarna vertrekt een lange stoet in de richting van het Bisschoppelijk Paleis aan de Parade.Aubade op de ParadeDaar zijn drie kinderen present: dochtertjes van Baron van Voorst tot Voorst, van Eug. van Zinnicq Bergmann en van Herman Moerkerk. Ze bieden drie prelaten corbeilles aan. Honderden kinderen zingen ‘Roomsche Blijdschap’, onder begeleiding van het eerdergenoemde muziekkorps. Een hulde van kinderen voor het tien jaar volgehouden caritaswerk ten behoeve van buitenlandse kinderen. Nu volgt het ‘Aan u, o Koning der Eeuwen’ en ‘Zij leven lang’, op een teken van heer Goulmy en onder directie van heer Joh. Wierts. Het moet een onvergetelijke indruk hebben achtergelaten bij de toeschouwers.Feestvergadering in de aula der R.K. LyceaNa het diner bij de bisschop vertrekt het gezelschap naar Hinthamerstraat 74, het Maria Lyceum. Op de binnenplaats staat opnieuw het muziekkorps van Goulmy en Baar klaar voor een herhaling van ‘Roomsche Blijdschap’. Een groepje kinderen, twee Oostenrijkse, twee Hongaarse en twee Hollandse meisjes in nationale klederdracht, strooit bloemen in de pauselijke en kardinaalskleuren.De aula zit even later bomvol. Leden van de geestelijkheid, oversten van kloosters en van ziekenhuizen, leden van het gemeentebestuur, het provinciaal bestuur en van de Tweede Kamer. Ook afgevaardigden van comités uit het land, van de NCB en van de R.K. Vrouwenbond. Mr. P.H. Loeff, Jhr. Mr. van Sasse van Ysselt, Jhr. Mr. P.J.J.S.M. van der Does de Willebois zijn eveneens aanwezig. Toespraken van Mgr. A.F. Diepen en van kardinaal Piffl volgen. De laatste refereert aan het feit dat zijn komst op dit moment samenvalt met het bezoek aan het Eucharistisch Congres in Amsterdam (een hoogtepunt van het Rijke Roomse Leven), maar dat hij al eerder zijn dank had willen overbrengen voor de opvang van de Oostenrijkse kinderen. Hij had daartoe Bisschop Diepen en pastoor Prinsen benaderd. Maar nu was er de ideale gelegenheid. Vervolgens neemt kardinaal Bertram het woord: “Oostenrijk heeft u een schilderij toegewijd, waarin Austria een arm kind naar Holland brengt” (in de St-Jacobskerk). “Ik heb gedacht bij mijn komst ook een aandenken achter te laten. Het is een statuette” (beeldje). Op dit ogenblik wordt het doek weggenomen van het beeld dat voorin de zaal staat. Het stelt een liefdezuster van St. Hedwig voor, die twee kindjes draagt. Boven dit beeld wordt de afbeelding van de heilige Hedwig, patrones van Silezië, vastgehouden door twee engelen. Daaronder staan de woorden: ST. HEDWIG PATRONIN SCHLESIENS SEGNE DAS KINDERRETTENDE HOLLAND Op het voetstuk, onder het beeld van de zuster zien we nogmaals de Heilige Hedwig, met twee verpleegden, voorstellende de liefdadigheid. En daaronder de woorden: GEWIDMET VOM FÜRSTBISSCHOF A. CARDINAL BERTRAM Op de console staan op een banderol de kernwoorden: GOTT IST DIE LIEBE De kardinaal heeft het beeld laten vervaardigen door prof. Busch uit München. Hij draagt het over aan ’s-Hertogenbosch ‘als dank voor de weldaden die wij van u hebben ontvangen’. (Silezië lag in die tijd in het Oosten van Duitsland, nu in zuidwest Polen). De Hongaarse bisschop van Csanad, Glattfelder sprak nog, evenals Mgr. Straeter van Aken en Mgr. Mészáros, vicaris-generaal van Boedapest. Mgr. Diepen, de Bossche bisschop, antwoordt: hij verheugt zich bij de gedachte dat het beeld een plaats zal krijgen in de straalkapel van de charitas in de St.-Jan, bij de schilderstukken over het leven van Vincentius à Paulo en Elisabeth van Thüringen. (Ik denk niet dat daar ooit plaats is ingeruimd voor dit geschenk, nu hangt het tegen een pilaar vlak bij de sacristie, T.V.). De firma Lutkie en Cranenburg verzorgde de geschenken die Mgr. Prinsen overhandigde aan de kardinalen: lederen portefeuilles met inscripties: ‘Ter herinnering aan het bezoek aan het R.K. Huisvestings-Comité te ’s-Hertogenbosch 1924’. Met het wapen van Nederland, een afbeelding van de kathedraal en het wapen van de stad. Daarna vergezelt het bestuur van het huisvestingscomité een deel van het gezelschap, onder wie Bertram enige bisschoppen en gezanten, naar het station. De trein van 6 uur moet gehaald worden. Naar de St.-JacobskerkDe rest van het gezelschap reed naar de St.-Jacobskerk om de muurschildering te bezichtigen van Prof. Jozef Reich. Dit was het cadeau van de Oostenrijkse katholieken. Het kwam in 1922 gereed, in de kerk van pastoor Prinsen. Het vult een muurvlak van 4x6 meter. In de Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbossche Courant van 19 juni 1922 bespreekt Herman Moerkerk het kunstwerk. Links de vrouwenfiguur die de Nederlandse caritas symboliseert, met rijkdom aan kleding, maar met de voet in de distels, toch ook gekweld door armoede en pijn, zoals aan de rechterzijde de Oostenrijkse vrouwenfiguur. Zij is zeer schamel gekleed en steunt een hongerend kind in haar schoot.Moerkerk: “De Donau die zoveel cultuurzendingen heeft gedragen, slingert in ’t verschiet langs historische Oostenrijkse bergen en klassieke monumenten van oude en moderne beschaving”. Bovenin het Christusmonogram, daaronder - op het kruis - de doornenkroon met de pelikaan die met zijn bloed de jongen voedt, wierooklijnen, een prachtige symbolische compositie die goed past in het geheel van het interieur van dit kerkgebouw. Enkele universele teksten kunnen we lezen, waaronder: Doe goed aan hen die het niet vergelden kunnen. (D.i. de essentie van caritas, barmhartigheid). Historische feiten:
|
Bronnen | |
• | Gedenkboek Ned. R.K. Huisvestingscomité 1914-1924 |
• | Jac. Biemans, Henk van der Linden, Tom Sas, 's-Hertogenbosch en de Eerste Wereldoorlog (2018) 387-410 |
1924 |
RedactieHet beeld dat door Z.Em. Kardinaal Bertram aan het R.K. Huisvestigs-Comité werd aangebodenGedenkboek Ned. R.K. Huisvestings-Comité te 's-Hertogenbosch (1924) 155-156 |
|
2020 |
Das Kinderrettende HollandTegen een pijler van het Nicolaaskoor in de Sint-Jan, vlak naast de toegang tot de sacristie hangt een bijzonder monument. Het houten beeld van een vrouw werd onthuld in 1924, tijdens een grootscheepse herdenking van Bossche hulpacties in de jaren 1914-1924.
Ton Vogel, Bossche Kringen 2 (2020) 55-59
|